De kans dat er vóór maart 2019 een Brexit-deal op tafel ligt, daalt van 70 naar 60 procent, schat onderzoeksbureau Oxford Economics na het bestuderen van de discussiestukken van de Britse regering.
Deze prognose komt van econoom Andrew Goodwin, specialist op het gebied van de Britse economie. Hij acht de kans kleiner dat de Britten per maart 2019 zowel een akkoord hebben met de EU over het vertrek als over een transitieperiode.
Dat betekent dat een deal nog steeds aannemelijk is, maar dat de kansen op een Brexit-zonder-deal op de officiële vertrekdatum groter worden.
Volgens het Verdrag van Lissabon moet een exitverdrag binnen twee jaar worden gesloten, óf alle landen moeten unaniem besluiten dat meer tijd nodig is.
Afgelopen week heeft het Engelse Department for Exiting the EU (DExEU) haar officiële plan gepubliceerd om de douane-unie te verlaten in maart 2019. “Het voorgestelde model, wat neerkomt op een nauwe samenwerking met de Europese douane-unie voor een beperkte periode, zou verzekeren dat Britse bedrijven zich slechts één keer hoeven aan te passen aan een nieuwe handelsovereenkomst. Dit houdt de ontwrichting miniem en maakt voor bedrijven een ordelijke transitie mogelijk”, zei DExEU in een persbericht.
Met de zogenoemde position papers laat de Britse regering zich voor het eerst in de kaarten kijken. Ze erkent dat een overgangsperiode bij het vertrek uit de EU wenselijk is, bijvoorbeeld door tijdelijk lid te blijven van de douane-unie.
Maar die beoogde frictieloze overgang is simpelweg onrealistisch, zegt menig handelsexpert. Goodwin van Oxford Economics: "De onzekerheid die Engeland heeft geïntroduceerd met haar ambigue houding ten aanzien van de aard van de transitie en het gebrek aan helderheid over transitiezaken, heeft ertoe geleid dat we de kans op succesvolle afspraken van 70 naar 60 procent hebben teruggeschroefd."
Oxford's matrix hieronder laat alle Brexit-opties zien, inclusief de waarschijnlijkheid daarvan: